Tedere genade
Lieve lezer,
Tedere genade. Het zijn woorden die ik ergens lees of hoor, ik weet het al niet eens meer precies waar. Ik schrijf ze op en lees ze vandaag weer. Ja, zo voelt het. Woorden die weergeven wat nu al een tijdje bij me is. Christus dichtbij. Ik vind het nog steeds vreemd om het zo te zeggen. Een verdiepende geloofservaring, zou je het zo kunnen noemen?
Inmiddels slijt het gevoel weer een beetje. Gelukkig, want ik was om de haverklap ontroerd. Aan de andere kant jammer. Wat blijft is een diepe vreugde die ik niet eerder zo kende. Dat is ook ingewikkeld, want ik moet me opnieuw tot mijzelf verhouden. Ik ken dit niet, niet van mijzelf en het is ook niet hoe ik tot nu toe predikant ben geweest. De ervaring maakt mijn werk (en leven) op een nieuwe manier helder en eenvoudig en rustig.
En daarmee kom ik vandaag bij jou, lieve lezer. Misschien zit je er helemaal niet op te wachten. Voel je zelfs weerstand. God weet hoeveel mensen er door geloofsinstituten, -groepen, en kerk zijn beschadigd. Ik heb ook wel getwijfeld of ik er iets over moest schrijven naar je. Maar alles is hetzelfde én alles is anders. Daarom.
Ik stuur je hierbij woorden van Augustinus die het beter verwoordt:
Laat heb ik u liefgekregen, o schoonheid, zo oud en zo nieuw, laat heb ik u liefgekregen! En gij waart binnen en ik was buiten, en daar zocht ik u, en ik rende, wanstaltig als ik was, op de schone dingen af die door u gemaakt zijn. Gij waart bij mij en ik niet bij u. Ik werd ver van u gehouden door dingen die niet bestaan zouden hebben, als ze niet in u bestaan hadden. Geroepen hebt gij, geschreeuwd en mijn doofheid doorbroken; gestraald hebt gij, geschitterd en mijn blindheid verjaagd; gegeurd hebt gij en ik heb ingeademd en snak nu naar u; geproefd heb ik en nu honger ik en dorst ik; aangeraakt hebt gij mij en ik ben ontvlamd naar uw vrede.
Warme groet,
Marije